27 april 2006

Decubituspreventiebeleid

Met hetzelfde software-instrument waarmee we onze Balanced Scorecard bijhouden (zie ingave hieronder), is het ook mogelijk andere resultaten en (proces)indicatoren op een makkelijke en overzichtelijke manier bij te houden. Een goed voorbeeld hiervan zijn de indicatoren rond decubituspreventie.

Decubitus (of doorligwonden) komt soms voor bij zwaarzorgbehoevende bewoners, omdat de druk op bepaalde plaatsen van het lichaam langdurig toeneemt- veelal door een gebrek aan mobiliteit van de bewoner. Het is zaak als goed woon- en zorgcentrum om hierrond een doordacht preventief beleid op te zetten: immers door het gebruik van een aantal hulpmiddelen (drukverlichtende matrassen, alternerende matrassen, ...) en door het toepassen van wisselhouding (de bewoner om de paar uur in een andere houding positioneren) kan decubitus in zeer veel gevallen voorkomen worden. Maar hoe weet een voorziening of de preventie-afspraken die men opzet effectief in de praktijk werken ? Ook in dit geval is meten gelijk aan weten, en dus hebben we in de loop van 2005 een project opgezet rond decubituspreventie, met de nadruk op het meten van resultaten hierrond.

O.a. via de richtlijnen en indicatoren op de website www.decubitus.be (die opgesteld werden in opdracht van de overheid, en waar een aantal prominente autoriteiten op het gebied van decubitus hebben aan meegewerkt) kwamen we tot een aantal goede afspraken, én een aantal meetpunten die per kwartaal worden samengevat en besproken met de medewerkers.

De meetpunten (een twaalftal) geven ons een goed idee van de incidentie van decubitus in onze voorziening (en ook apart op elke afdeling), en van de adequaatheid van onze preventiemaatregelen.

Door op kwartaalbasis de cijfers samen met de verantwoordelijke medewerkers te bekijken, en tevens te vergelijken tussen afdelingen, komen we tot nuttige conclusies: op één afdeling moet er misschien meer aandacht gegeven worden aan de preventie van hieldecubitus, terwijl we op een andere afdeling merken dat bij het eventueelerger worden van de doorligwonde de preventieve maatregelen niet vlot genoeg worden aangepast. Op deze manier kunnen we het proces van decubituspreventie in onze voorziening van heel nabij opvolgen, en snel bijsturen waar nodig.

06 april 2006

Balanced Scorecard: ook voor woon- en zorgcentra ?

Een drukke agenda heeft mij verhinderd de laatste twee weken een berichtje te schrijven voor deze blog. Dit keer als compensatie echter een iets langer, (en weliswaar ook iets theoretischer) berichtje.

Vandaag wil ik het even hebben over de 'Balanced Scorecard'. Voor wie deze term onbekend is: het is een soort meetsysteem waarmee een voorziening kan nagaan in welke mate het op koers blijft voor de (langetermijn)doelen die men zich als voorziening stelt.

Traditioneel zijn de enige zaken waar men in een organisatie cijfers over bijhoudt boekhoudkundige en/of financiële zaken. Maar die tonen zeker niet het hele plaatje: deze cijfers blikken namelijk altijd terug op het verleden, en vertellen helemaal niets over de toekomst van een organisatie (of zelfs maar het heden van een organisatie).

Een goed bestuur van een voorziening (eender welke voorziening) veronderstelt namelijk dat men als directie en raad van bestuur probeert een strategie op te zetten voor de komende jaren. Een strategie is een plan dat, rekening houdend met een aantal factoren (de eigen sterktes en zwaktes als voorziening, omgevingsfactoren, veranderende verwachtingen van overheid en bewoners, enz.), probeert te bepalen welke doelstellingen moeten gerealiseerd worden om de voorziening als geheel (en de zorg die door de voorziening geleverd wordt) verder vooruit te helpen en te verbeteren.

Eens de strategie bepaald, worden deze langetermijndoelen omgezet in kortetermijndoelen, die meestal samengebracht worden in (jaarlijkse) beleidsplannen. De mate waarin een voorziening er in slaagt om zijn vooropgestelde strategie te realiseren, wordt gemeten door een Balanced Scorecard. Deze bevat cijfermatige indicatoren over alle voor de strategie belangrijke items.

Stel dat een voorziening het belangrijk vindt om de detailzorg bij bewoners goed te verzorgen. Dan wordt er een indicator (meetpunt) aangemaakt ( bv. het resultaat van een maandelijkse steekproef i.v.m. detailzorg bij een aantal bewoners) en in de tijd opgevolgd, zodat in de realiteit kan nagegaan worden hoe goed (of hoe slecht) de voorziening scoort op dit voor hen belangrijke item. Andere mogelijke items kunnen de hoeveelheid vorming voor medewerkers betreffen, het aantal uur dat aan werkoverleg gespendeerd wordt in de voorziening, cijfers rond (preventie van) doorligwonden, cijfers rond vrijheidsbeperkende maatregelen, cijfers rond opname en wachtlijsten, enz.

Door op regelmatige tijdstippen deze cijfers op te volgen, en zonodig actie te ondernemen op indicatoren (en de onderliggende processen) die de verkeerde kant opgaan, kan een voorziening continu zijn werking aanpassen in functie van de langetermijndoelen die het zich gesteld heeft, en zo stap voor stap dichter bij zijn vooropgestelde strategische doelen komen. Een Balanced Scorecard heeft dus niet alleen nut in (grote) commerciële bedrijven, ook woon- en zorgcentra kunnen hun vooruitgang met dit instrument beter sturen.